Faschingsschwank aus Wien
De Faschingsschwank aus Wien, op. 26, (Carnavalsscenes uit Wenen) is een cyclus voor piano van Robert Schumann. De cyclus is opgedragen aan Simonin von Sire in Dinant.
Schumann komponeerde de eerste vier delen in Wenen en de finale op zijn terugreis naar Leipzig. Het werk ontstond in 1839 ongeveer gelijktijdig met de Romanzen, op.28, alsmede met de Klavierstücken, op.32. Tezamen vormen ze de afronding van de vroege werken van Schumann.
De vijf delen hebben een nauw aan een sonate verwant karakter, echter Schumanns subtitel "Fantasiebeelden" (Fantasiebilder) verwijst naar een verwantschap met de eerdere cycli zoals “Carneval” of de “Kreisleriana.”
Delen
- Allegro (Sehr Lebhaft, "Zeer levendig"), Bes-groot
- Romanze (Ziemlich Langsam, "Vrij langzaam""), g-klein
- Scherzino, Bes-groot
- Intermezzo (Mit Größter Energie, "Met hoogste energie"), es-klein
- Finale (Höchst Lebhaft, "Hoogst levendig"), Bes-groot
Literatuur
- Christof Rüger, Konzertbuch, Klaviermusik A–Z, VEB Deutscher Verlag für Musik, Leipzig, 1979
- Bladmuziek: C.F. Peters, nr.2300c, Schumann Klavierwerke III
Weblinks
- Bladmuziek van Faschingsschwank aus Wien op de website van het International Music Score Library Project
Bronnen, noten en/of referenties
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Faschingsschwank aus Wien op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.