Glimlach

«Mona Lisa», Leonardo da Vinci, c 1503 (Louvre)

Een glimlach wordt voornamelijk gevormd door de spieren aan de zijkanten van de mond te buigen. Sommige glimlachen omvatten een samentrekking van de spieren in de ooghoeken, een actie die bekend staat als een Duchenne-glimlach.

Bij mensen is glimlachen een uitdrukking die plezier, gezelligheid, geluk, vreugde of amusement aanduidt. Het onderscheidt zich van een vergelijkbare maar meestal onvrijwillige uitdrukking van angst die bekend staat als een grimas. Hoewel interculturele studies hebben aangetoond dat glimlachen wereldwijd een communicatiemiddel is,[1] zijn er grote verschillen tussen verschillende culturen, religies en samenlevingen, waarbij sommigen glimlachen gebruiken om verwarring of schaamte over te brengen.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Izard, Carroll E. (1971). The Face of Emotion. Appleton-Century-Croft, New York. ISBN 978-0-390-47831-3.

  • Conniff, Richard (2007). What's behind a smile?. Smithsonian Magazine 38: 46–53.
  • Ottenheimer, H.J. (2006). The anthropology of language: An introduction to linguistic anthropology. Belmont, CA: Thomson Wadsworh. ISBN 978-1111828752
  • Ekman, P., Davidson, R.J., Friesen, W.V. (1990). The Duchenne smile: Emotional expression and brain psysiology II.. Journal of Personality and Social Psychology 58 (2): 342–353. DOI: 10.1037/0022-3514.58.2.342. Cited in: Russell and Fernandez-Dols, eds. (1997).
  • Russell and Fernandez-Dols, eds. (1997). The Psychology of Facial Expression. Cambridge. ISBN 0-521-58796-4.