Hoewel de wereldtitels al vergeven waren, kwamen de meeste nieuwe wereldkampioenen toch naar Barcelona. Geoff Duke ontbrak, maar Fergus Anderson kwam wel, hoewel "zijn" klasse, de 350 cc, niet werd verreden. Werner Haas startte alleen in de 125cc-race, maar viel uit. Norton-coureur Ken Kavanagh nam een voorschot op zijn overstap naar Moto Guzzi in het seizoen 1954: hij startte waarschijnlijk met de viercilinder Moto Guzzi Quattro Cilindri met brandstofinjectie, maar haalde de finish niet.
500cc-klasse
Zonder de Gilera-rijders Geoff Duke en Alfredo Milani won Fergus Anderson met zijn eencilinder Moto Guzzi Monocilindrica 350 de Spaanse 500cc-Grand Prix. Anderson's overwinning was niet gestolen: er was wel degelijk sterke concurrentie van Dickie Dale, Giuseppe Colnago en Nello Pagani, die echter ook het hoofd moesten buigen voor Carlo Bandirola met zijn MV Agusta 500 4C. Bandirola was nog nauwelijks aan rijden toegekomen omdat MV Agusta zich na de dood van Les Graham uit het WK-seizoen had teruggetrokken. Fergus Anderson werd de eerste coureur in de geschiedenis die in één seizoen overwinningen in drie verschillende klassen had gescoord. De Britse merken kwamen er niet aan te pas: de snelste Norton-coureur Tommy Wood werd op twee ronden gereden en de enige AJS-rijder, Rod Coleman haalde de finish niet.
(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)
125cc-klasse
NSU trad in de 125cc-klasse wél aan met een sterk team, maar Otto Daiker en Werner Haas vielen uit. Angelo Copeta en Cecil Sandford waren de derde NSU-rijder Rupert Hollaus royaal te snel af. Hollaus bereikte de finish ruim een minuut later dan het MV Agusta-team. Montesa, gevestigd in Barcelona, bracht ook weer een aantal van haar tweetakten op de baan, maar zonder succes.