Muisjesmos-associatie
Muisjesmos-associatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Muisjesmos-associatie op een stootband | |||||||
Syntaxonomische indeling | |||||||
| |||||||
Associatie | |||||||
Orthotricho-Grimmietum Stodiek 1937 | |||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons |
De muisjesmos-associatie (Orthotricho-Grimmietum) is een associatie uit het achterlichtmos-verbond (Schistidion).
Naamgeving en codering
Synoniemen | ||
---|---|---|
Orthotricho anomali-Grimmietum pulvinatae Stodiek 1937 |
- Syntaxoncode voor Nederland (rVvN): r49Aa01
- BWK-karteringscode: km
De wetenschappelijke naam Orthotricho-Grimmietum is afgeleid van de botanische namen van twee diagnostische mossoorten van de associatie; dit zijn gesteelde haarmuts (Orthotrichum anomalum) en gewoon muisjesmos (Grimmia pulvinata).
Fysiognomie
De vegetatiestructuur van de muisjesmos-associatie wordt doorgaans bepaald door een dominante bovenlaag waarin (veelal polvormende) topkapselmossen de boventoon voeren. Op meer beschaduwde standplaatsen kunnen in deze bovenlaag echter ook slaapmossen een belangrijk aandeel vormen. De onderlaag wordt gevormd door donkere stippelkorsten en oranje Flavoplaca-, Candelariella- en/of Xanthoria-soorten.
Ecologie
De muisjesmos-associatie ontwikkelt zich doorgaans op basisch, stenig substraat waarop geen strooiselophoping kan plaatsvinden. Hierbij kan het gaan om zowel horizontale, hellende en verticale oppervlakten van stenige structuren waarop geen vaatplanten groeien. Geschikte standplaatsen zijn onder andere grafstenen, stenen muren, varkensruggen, randen van tuinborders, bunkers, waterputten, daken, kleine stenen palen, stenen kunstwerken, met rust gelaten trottoirbanden en met rustgelaten puinhopen met grote stukken stenig materiaal. Soms wordt de associatie ook aangetroffen op hardhout.
In volledig natuurlijke landschappen kan de muisjesmos-associatie zich alleen ontwikkelen op kalkrotsen. In landschappen waar deze natuurlijke standplaats ontbreekt treedt de muisjesmos-associatie louter op als een cultuurvolgende vegetatie die is aangewezen op de stenige standplaatsen die via antropogene invloeden in het landschap zijn aangebracht.
Fauna
De vegetatie van de muisjesmos-associatie biedt in het bijzonder in het stedelijke milieu een belangrijk habitat voor kleine dieren zoals springstaarten, spinachtigen en insecten.
Vegetatiezonering
In de vegetatiezonering komt de muisjesmos-associatie vaak voor als contactgemeenschap van verscheidene andere steenbewonende vegetatietypen.
Vegetatiemozaïek
De muisjesmos-associatie vormt relatief vaak vegetatiemozaïeken met de sinaasappelkorst-associatie (Calogayetum pusillae) op allerlei kalkhoudende stenige oppervlakken.
Tevens vormt de muisjesmos-associatie vaak een ecologisch opmerkelijk mozaïek van muurvegetatie met de associatie van dunne blauwkorst (Porpidietum soredizodis). Dit algemeen voorkomende mozaïek verschijnt op oude muren, waarin de oppervlakten van zuurdere, uitgeloogde bakstenen zijn begroeid met de associatie van dunne blauwkorst, terwijl de veel minder uitgeloogde voegen met kalkhoudende mortel zijn begroeid met de muisjesmos-associatie.
Verspreiding
De muisjesmos-associatie komt in Nederland en Vlaanderen zeer algemeen voor.
Natuurwaarde
In stedelijke milieus kan vegetatie van de muisjesmos-associatie helpen bij klimaatadaptatie (het heeft een verkoelende werking), het verbetert de luchtkwaliteit (de mossen produceren zuurstof en vangen stof op) en het heeft een positief effect op de stedelijke biodiversiteit.
Fotogalerij
- De associatie op een oude weilandpaal
-
- De associatie op een kleine tuinmuur
- De associatie op jumboblokken